EGMOND – Niets is zo flexibel als de natuur, droogte, kou, hitte, water: het hersteld vanzelf.

Bij extreme droogte gaan er gerust wel eens een paar planten of bomen dood. Anderen krullen hun blad om zo weinig mogelijk te verdampen. Sommigen nemen dauwdruppels op om nog een klein beetje vocht op te nemen.

Als het keihard vriest hebben bomen geen last, het blad is er af en de nieuwe knoppen zijn goed beschermd. Ze zitten vorstvrij ingepakt omgeven door een beschermend laagje.

Planten zijn verdord en in winterrust, de wortel diep in de bodem. Ze nemen in de winterperiode geen water meer op, dat moet wachten tot het voorjaar.

Al die duizenden soorten bomen en planten hebben hun eigen specifieke manier van overleven. Ze produceren zaden in de meest uiteenlopende vormen.

Als de omstandigheden gunstig zijn ontkiemt er weer een nieuwe plant. Varens, mossen en paddenstoelen doen dit door middel van sporen.

Heeft een plant het slecht, bloeien ze vaak extreem en maken daardoor extra veel zaden aan.

Gaat er een plant of boom dood, ontstaat er ruimte voor een ander. Op deze manier ontstaat er een soort bos met groot verschil aan leeftijd.

Oude en jonge bomen met verschillende struiken, hoge en lage planten, varens en mossen.

Op de bosbodem en op dode planten en bomenresten, verschillende zwammen.
Die zorgen, samen met wormen en andere insecten weer voor het afbreken van het dode blad en andere restanten.

Daardoor ontstaat een mooie, vruchtbare humuslaag. Het soort bos wat hierdoor ontstaat geeft voedsel en bescherming aan talloze dieren.

Het is een bos waar mensen niet meer hoeven te beheren en te sturen. Een “oerbos”, zoals er in ons land nog maar weinigen zijn.

Kijk er eens met andere ogen naar.

Niet aangeharkt, opgeruimd, en parkachtig , maar een rommelig bos met dood hout, struiken, planten en bloemen.

Ben Hopman, boswachter.

Geef een reactie