CASTRICUM – Vlinders zijn geen makkelijke duinbewoners.
Met warm weer en weinig wind zijn vlinders regelmatig te zien.

In de bosrijke gebieden, langs de paden, zijn onder andere citroentjes, blauwtjes, atalanta en oranje tipje te zien.

In de open duingebieden andere soorten. Daar zijn hooibeestje, duinparelmoer, kleine vos en bruin zandoogje actief.

Dit zijn natuurlijk allemaal dagvlinders.
Zij horen bij de groep insecten die een volledige gedaanteverwisseling ondergaan. Dit gaat vanuit het ei naar larve, of rups, die zich dan verpopt. Hier begint de gedaanteverwisseling naar vlinder.

De vlinder lijkt in niets op de rups. De vorm en leefwijze, het eetgedrag en de kleur zijn totaal verschillend.
Sommige vlindersoorten hebben twee of drie generaties per jaar anderen slechts een
en ze vliegen lang niet overal. Alleen op plaatsen waar ei, rups, pop en vlinder kunnen overleven.

De rupsen moeten bepaalde planten kunnen eten om te groeien, de eitjes moeten op de goede plek afgezet en de vlinder moet die goede planten en struiken zien te vinden.

De temperatuur moet goed zijn en de luchtvochtigheid en de vlinder moet zich kunnen oriënteren. Ze moeten de goede waardplanten vinden om te eten, en een partner om mee te paren.

De lichaamstemperatuur van de vlinder is afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Om te vliegen moeten ze minstens 20 graden warm zijn, beter is tussen 30 en 35.

Opwarmen doen ze in de zon, is er geen zon, dus geen warmte, vliegen ze niet of minder.

Beschutte plekken aan bosranden en zanderige stukken duin zijn dan belangrijk om op te warmen. Op hete zomerdagen moet er wel weer schaduw zijn om af te koelen.

Atalanta Ben Stam

Duinparelmoer

Het Noord-Hollands duinreservaat heeft voor veel vlindersoorten de juiste, afwisselende plekjes in huis.
Afgelopen jaren zijn de bospaden ruimer gemaakt om zon op de bermen te krijgen. Hier komen dan kruiden, bloemen, zon, schaduw en luwte bij elkaar.

Dit zijn dé plaatsen voor vlinders, wilde bijen en zweefvliegen. Dan is het, voor de duinbezoeker, volop genieten van al dit moois.

Ben Hopman, boswachter.

Geef een reactie