PWN – De laatste weken zijn veel boswachters bezig geweest met tellingen van damherten, reewild en konijnen.

Een landelijke ree en damhertentelling in het Nationaal Park Zuid Kennemerland, twee keer in de avond en een keer in de morgen.

Alle zichtbare herten worden geteld en op papier gezet. Dieren worden äangesproken”, dat wil zeggen: beoordeeld. Is het een bok, geit, hinde of kalf. Zit het gewei van de reebok nog in de bast of niet, dit heet geveegd.

Zo krijgen we een goed beeld van het aantal dieren dat in ons duinterrein aanwezig is.
Op die manier kunnen de boswachters het beleid er op afstemmen.

Met de konijnen gaat het op een iets andere wijze. In de donkere uren worden alle konijnen geteld die in het licht van de auto te zien zijn.

Dit doen de boswachters al meer dan dertig jaar achtereen.

We rijden een vaste route door het duin en doen dat acht keer in het voorjaar en acht keer in het najaar.

De tijd, het weer, regen of droog, temperatuur, wind of niet alles wordt genoteerd.

Zo ontstaat een grafiek waar op te zien is hoe de konijnenstandstand zich ontwikkeld.

Ben Hopman, boswachter.

Geef een reactie