PWN – De laatste jaren zien we niet zo veel eekhoorns meer in de bossen in de duinen.
Kijken we gewoon niet goed of is er meer aan de hand?
In de periode 1960-1970 hebben de diertjes erg te lijden gehad van een virusziekte. Daardoor is de populatie in de duinbossen zo ongeveer gehalveerd.
Na deze periode is de eekhorenstand weer wat opgekrabbeld, maar het gaat nog steeds niet goed met het beweeglijke diertje.
De Stichting Eekhoornopvang vreest dat er momenteel sprake is van een opleving van hetzelfde virus dat in de jaren ‘60 rondwaarde.
Eekhoorns die door deze ziekte worden getroffen krijgen een verkleuring van de huid, kale plekken, gezwollen oogleden en hebben last van grote aantallen parasieten in de vacht.
Uiteraard hopen we dat ze snel immuun worden tegen deze ziekte.
Daarnaast lust ook de Havik wel eekhoorns en ook de boommarter jaagt er op.
Een ander opvallend gegeven is dat de dichtheid aan eekhoorns in Nederland van noord naar zuid toeneemt. We komen er in Noord-Holland dus bekaaid vanaf.
In de winter rust en slaapt de eekhoorn veel. Hij is dan alleen ’s ochtends actief, de rest van de dag rust hij in het nest.
Verder houdt de eekhoorn niet van slecht weer. Als het koud is of regent zoekt hij zijn nest op.
Eekhoorns bouwen in hun territorium vaak meerdere nesten. Naast een hoofdnest hebben ze nog vier tot zes andere nesten in gebruik.
Voor de winter maken ze het hoofdnest degelijker. Ze bekleden het met extra binnenmateriaal, blad en hooi bijvoorbeeld.
Daardoor bedraagt de temperatuur in het dikke, met zacht materiaal gevoerde nest tussen de 15 en 20 graden Celsius. Pas als de honger hem teveel wordt, komt hij weer uit dat behaaglijke holletje.
Dus als u in de winter toch eekhoorns wilt zien, kunt u het beste ’s ochtends op pad gaan op een droge, niet te koude dag.
In de bossen rond Castricum worden ze nog vrij regelmatig waargenomen. Zoek het mooie diertje eens op en geniet van zijn beweeglijke geklauter in de bomen.
Ben Hopman, boswachter.