
BERGEN – Een interessant bezoek van de juniorambassadeurs van Bergen aan de Ruïnekerk. Zij kregen volop informatie over de kerk en mochten natuurlijk ook naar binnen en vragen stellen. Dat laat Frans Leijen van de werkgroep Jeugd van de Historische Vereniging Bergen (HVB) weten.
De groep juniorambasseurs bestaat uit basisschoolleerlingen uit Bergen die graag meer willen weten over de geschiedenis van hun woonplaats. De Historische Vereniging Bergen helpt deze jonge mensen om de juiste informatie te krijgen.
Zo doen ze tot en met half juni excursies naar bijvoorbeeld de Ruïnekerk, het Hertenkamp, het legermuseum, het Sterkenhuis, Huize Glorie en ’t Oude Hof. Na hun inhuldiging op 9 november in de brandweerkazerne van Bergen, verdiepten de juniorambassadeurs zich allereerst in de historie van de Ruïnekerk.
‘Lastig voor te stellen’
Frans Leijen doet verslag. “Lastig om je voor te stellen hoe die grote kerk uit de Middeleeuwen eruit zag. We hebben alleen maar korte en lange einden muur met lege vensters. En daarbij overeind staande stukken kerk die onderling veel verschillen.”
“Het achterste gedeelte van de oude kerk stamt uit de Middeleeuwen, de periode 500 tot 1500. Dat is de oostkant. In een plattegrondje konden we zien dat de kerk gebouwd is alsof Christus daar met uitgestrekte armen ligt. Zijn hoofd ligt in het koor, het heiligste deel van een kerk van toen. Dat is altijd op het oosten.”
Het Zaanse huisje
Leijen laat weten dat het Zaanse huisje, waardoor je nu de kerk binnengaat, pas in de vorige eeuw is gebouwd. “Het jaartal, dat staat boven dat huisje, is 1958. Maar het jaartal aan de zijkant – waar de kerk een stukje uitsteekt (de vroegere kapel) – is 1595. Dat is namaak-Middeleeuws omdat de architect oude stenen op liet zoeken en nieuwe op Middeleeuwse wijze liet bakken.”
“Ooit was dit een kerk met dunne muren en hoge ramen, een gotische kerk. Een grote dorpskerk voor zo’n dorpje als Bergen. Omdat de muren dun waren en de ramen groot, metselden ze er steunberen tegenaan. Dan bogen die niet uit onder de druk van het dak.”
Toren van toen
“De juniorambasseurs stonden in de open ruimte waar muren waren weggeschoten en geen dak meer was. Daar stelden zij zich voor hoe gelovigen door grote deuren onder de toren – die er niet meer is – naar binnen gingen om God te aanbidden en over hem te zingen.”
“Hoe zag die toren er eigenlijk uit? Daar kregen we binnen een bewijs van te zien. Op een oude kaart, van vlak voor de verwoesting van de kerk, staat de kerk afgebeeld met een aparte toren die tegen de ingang was aangebouwd. Aan de westkant natuurlijk. Het torentje van nu draagt de klokken van het carillon. Dit is in 1970 geschonken door de Bergense bevolking ter ere van neergeschoten geallieerde piloten uit de Tweede Wereldoorlog. Het deurtje hoog in de kerk blijkt toch geen kerkschatten te bewaren.”
Heren van Bergen
“De houten banken langs de lange kanten zijn herenbanken, waaronder de herenbank van de Heren van Bergen. In de kapel aan de noordkant stonden we op de grafkelder van de Heren van Bergen. De juniorambassadeurs kregen te horen wat en wie er in ligt. Maar niemand krijgt dat nu nog te zien.”
Strandwal en nep-kopje
“Op oude kaarten zagen we dat Bergen ooit op een soort verhoging is gebouwd, een oude strandwal. Die strandwal lag er al voor de duinen die wij nu kennen. Vreemd genoeg noemen we die duinen, ontstaan tussen 1200 en 1600, Jonge Duinen. Ook de bijzondere kopjes bovenin de kerk werden aangewezen. Eentje is nep, namelijk niét Middeleeuws en niét gemaakt van natuursteen, maar van beton!”
JuniorKronieken
“Na afloop kregen de juniorambassadeurs drie geprinte JuniorKronieken mee over de geheimen van de Ruïnekerk. De JuniorKroniek is een artikel in de Bergense Kroniek van de HVB, waarin Idzard van Manen voor de Bergense jeugd schrijft over de Bergense geschiedenis.”
“Ook kregen ze een Bergense Kroniek mee uit 2021. In dat nummer gaat de JuniorKroniek over het onderwerp van de volgende bijeenkomst voor de Juniorambassadeurs op woensdagmiddag 7 december: de opkomst van het toerisme in Bergen.”
