EGMOND-BINNEN – Op vrijdag 24 mei wordt op het terrein van de Sint Adelbertusabdij in Egmond-Binnen een bijzondere plek in gebruik genomen: een Herdenkingsboom met een stilteplek. Mensen die een overledene willen gedenken, kunnen bij de boom stilstaan bij het leven en werk van hun overleden dierbaren.

De tekst loopt onder de foto door.


Initiatiefnemers zijn de Sint Adelbertusabdij en Hospice Egmond. De officiële ingebruikname van de boom en de stilteplek wordt verricht door burgemeester Lars Voskuil van de gemeente Bergen en Abt Thijs Ketelaars van de Sint Adelbertusabdij. Door dit samen te doen geven ze aan dat dit een openbare herdenkingsplek is voor publiek gebruik in de regio.

De initiatiefnemers maken er een moment van gepaste feestelijkheid van. De dood is een gegeven voor iedereen en zou daarom geen taboe moeten zijn. Stil staan bij het leven van een overleden dierbare, is een gebaar van positiviteit, zo luidt de boodschap.

‘Het is nooit voorbij’

De stilteplek krijgt een bankje met hierin gegraveerd de woorden ’Het is nooit voorbij’. Ook staat er een kastje met pen en papier, zodat iedereen daar de eigen gedachten of herinneringen aan het papier kan toevertrouwen. Ook komen er enkele sokkels te staan, waar mensen een steen met een naam of een korte tekst kunnen achterlaten. In de Abdijwinkel zijn daarvoor geschikte platte stenen te koop. Bij de halve cirkel rondom de boom wordt een bankje geplaatst. De ‘Herinneringsboom’ is een ‘Parrotia persicara’ ofwel ‘Perzisch IJzerhout’.

‘Aandacht voor Sterven’

De initiatiefnemers kozen voor dit moment, omdat 24 mei een paar jaar geleden is uitgeroepen tot de ‘Nationale dag Aandacht voor Sterven’. De Sint Adelbertusabdij en Hospice Egmond nodigen iedereen uit aanwezig te zijn bij deze korte plechtigheid in de open lucht. Zij verzamelen zich bij de ingang van de Abdijwinkel aan Vennewatersweg 27a in Egmond-Binnen. Van daaruit gaan zij vanaf 14.00 uur lopend naar de Herinneringsboom.

Na afloop staat er voor iedereen een kopje koffie, thee of een frisdrank klaar in het restaurant van de Abdij, naast de Abdijwinkel.