BERGEN – Vorige week vrijdag heeft loonbedrijf fa. J. Hes een, geheel gesponsorde, ooievaarspaal geplaatst op de Vinkenbaan in Bergen.
De mannen van Hes hebben de paal zelf gemaakt. Een lange zuiliep, een wiel van larixhout met een nest van wilgentenen erop.
De wilgentenen zijn witgekalkt, als er een ooievaar overvliegt en de kalk ziet denk hij/zij: een bewoonbaar nest, dalen! Daarna nog een beetje paardenmest erin voor een beetje broei in het nest en laat de vogels maar komen.
Ooievaars eten kikkers, reptielen, kleine zoogdieren en kleine vogels op de grond of in ondiep water. Het zijn monogame vogels, zij kiezen hun partner voor het leven.
Ze maken een nest van takken op een hoog punt waar ze ieder jaar weer op terugkeren. Ze zoeken een schoorsteen, hoogspanningsmast of een ooievaarspaal.
In het nest is een legsel van vier eieren die door beide ouders bebroed worden. Na 33 of 34 dagen komen de eieren uit.
Lange tijd ging het in ons land slecht met de ooievaar of uiver, eiber of stork. Vanaf 1900 tot 1980 namen de aantallen in Europa sterk af.
Ze kwamen hier en in omringende landen bijna niet meer voor. Door ruilverkaveling, jacht en industrie kregen ze gebrek aan nestgelegenheid en voedsel.
Totdat er een ooievaarsdorp gesticht werd en hier veel jongen groot werden die later over het land uitzwermden.
Het is een trekvogel, in zwermen van duizenden trekken ze naar het zuiden. Hoog in de lucht, zwevend op hun grote vleugels, zeilen ze naar Afrika.
In vele legendes komt de ooievaar voor, de bekendste is wel het verhaal dat ze kindjes zouden brengen. De oorsprong hiervan is dat in jaren van veel ooievaars veel kinderen geboren werden.
De Vinkenbaan in Bergen is een plaats waar de ooievaar op zou kunnen broeden. De afgelopen jaren is er elk jaar een vogel gezien op de Vinkenbaan.
Ook in de omgeving van Bergen, in omringende polders, worden zij regelmatig gespot. Zo is de gemeente weer een uniek object rijker geschonken door loonbedrijf J. Hes.
Ben Hopman, boswachter.