Sinds jaren wordt er in de duinen integraal begraasd door Schotse hooglanders, pony`s, schapen, geiten, wisenten en Friese koeien.
Deze dieren bewegen zich vrij door duizenden hectares aaneengesloten duin en bos om hun graaswerk te doen. Er vinden daardoor in het terrein veel trekbewegingen plaats, van graasgronden naar beschutting en van beschutting naar water.
Dieren maken voor hun gemak altijd gebruik van dezelfde paadjes.
Op weilanden doen de dieren het zelfde, zo ontstaan langs rasters en slootkanten duidelijk zichtbare routes.
In de duinen beginnen sommige van die paadjes op wandelpaden te lijken. Maar dat zijn ze niet!
Ook de reeën en damherten in de duinen, vooral de Kennemerduinen hebben hun paadjes. Dit noemen we wildwissels.
Paadjes van en naar hun rust en foerageergebieden en ze worden tevens gebruikt als vluchtroute.
Vooral het ree gebruikt altijd het zelfde pad om zich door de natuur te verplaatsen. Ook vossen en andere dieren maken hier dankbaar gebruik van.
Net zoals de veepaadjes kunnen de wildwissels voor wandelpaden aangezien worden.
Dat kan voor de bezoeker wel eens tot verwarrende situaties leiden.
Wandelpaden in de Kennemerduinen zijn middels borden aangegeven en in het Noord-Hollands duinreservaat zijn de meeste paden door gekleurde pijlen herkenbaar.
Boswachters zien steeds vaker dat bezoekers gebruik maken van òf de wissel òf de veepaadjes. Die lijden vaak nergens heen en veroorzaken veel verstoring.
Niet alleen de grazers, reeën of herten worden verstoord, ook ander klein wild.
Vogels hebben hier ook last van vooral in de broedtijd. In de winter hebben de dieren veel rust nodig om zo weinig mogelijk energie te verspillen. Ze verkeren dan in een kwetsbare periode.
wisent en damhert
Wij hopen dat u bij het duinbezoek aan de dieren denkt en ze de rust gunnen die ze nodig hebben.
Ben Hopman, boswachter.